Het klinkt als een open deur, maar het zou je verbazen hoe vaak het in de praktijk voorkomt dat een schriftelijke geldleningovereenkomst ontbreekt. Met veel geluk komen er e-mails, appjes en bankafschriften boven tafel, waaruit blijkt wie welk bedrag aan wie heeft geleend. Ook wil er wel eens een getuige opduiken die de gemaakte afspraken kan bevestigen. Maar erg handig is het allemaal niet.
Leg daarom de gemaakte afspraken helder vast. Er zijn genoeg goede modelovereenkomsten in omloop, mijn advies is om hiervan gebruik te maken. Dit voorkomt dat je belangrijke onderwerpen over het hoofd ziet. Denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop het bedrag moet worden terugbetaald, de rentevergoeding die de geldlener verschuldigd is en wat de gevolgen zijn wanneer deze zich niet houdt aan zijn terugbetalingsverplichting. Gaat het om een groter leenbedrag, dan loont het om zekerheden op te nemen in de overeenkomst. Laat je hierover goed adviseren door een jurist.
In het geval van onze cliënt was er zelfs geen afspraak gemaakt over de termijn waarbinnen de geldlener het bedrag moest terugbetalen. Juridisch spreken we dan over een ‘geldlening voor onbepaalde tijd’. Gelukkig weet de wetgever hier een mouw aan te passen, waardoor de geldlening toch op enig moment opeisbaar wordt.
Zo volgt uit artikel 7:129e Burgerlijk Wetboek dat de geldlener in dat geval het geleend bedrag moet terugbetalen ‘binnen een termijn van zes weken nadat mededeling is gedaan dat tot opeising wordt overgegaan’. Dit houdt dus wel in dat je als geldgever zelf in actie zal moeten komen, door jouw geldlener ervan in kennis te stellen dat je de geldlening opeist. Zorg ervoor dat je kunt aantonen dat je de geldlener hiervan op de hoogte hebt gebracht.
Heb je vragen over dit onderwerp? Neem vrijblijvend contact met ons op.
Auteur: Niels Vanaken