Menu
Het grootste misverstand over concurrentie- en relatiebedingen is dat je ze zomaar in elk arbeidscontract kunt opnemen. De rechter toetst deze bedingen streng aan drie criteria: er moet een zwaarwichtig bedrijfsbelang zijn, het beding mag niet verder gaan dan nodig en de werknemer moet er niet onevenredig door worden benadeeld.
Concreet betekent dit dat een concurrentiebeding voor een schoonmaker of kassamedewerker vrijwel altijd ongeldig is. Zij hebben geen toegang tot vertrouwelijke informatie of klantrelaties die bescherming behoeven. Daarentegen kan een accountmanager met een groot klantenbestand wel een geldig concurrentiebeding krijgen. Het beding moet altijd in verhouding staan tot de functie en het werkelijke risico voor je bedrijf.
Een wereldwijd concurrentiebeding van vijf jaar klinkt aantrekkelijk, maar is juridisch waardeloos. De rechter kijkt kritisch naar de reikwijdte van het beding. Een concurrentiebeding mag maximaal twee jaar duren en moet geografisch beperkt blijven tot het werkgebied van de werknemer.
Werk je alleen regionaal? Dan kan een landelijk verbod al te ruim zijn. Heeft je werknemer alleen contact met klanten in Amsterdam? Dan is een verbod voor heel Nederland onevenredig. Hoe specifieker en beperkter je het beding maakt, hoe groter de kans dat het stand houdt. Beter een geldig beding van één jaar binnen 50 kilometer, dan een ongeldig beding van drie jaar in heel Europa.
Relatiebedingen zijn vaak effectiever dan concurrentiebedingen omdat ze minder ingrijpend zijn. Een relatiebeding verbiedt alleen contact met specifieke klanten of leveranciers, niet het uitoefenen van het hele beroep. Hierdoor toetst de rechter deze bedingen minder streng.
Toch moet ook een relatiebeding specifiek zijn. “Alle klanten van het bedrijf” is te vaag. Beter is: “klanten waarmee de werknemer gedurende zijn dienstverband direct contact heeft gehad”. Een relatiebeding kan langer duren dan twee jaar, maar moet wel redelijk blijven. Een verbod van vijf jaar op klantencontact gaat meestal te ver.
Het mooiste beding helpt niet als je het niet kunt handhaven. Wil je een concurrent- of relatiebeding laten naleven, dan moet je concrete schade kunnen aantonen. “Onze omzet is gedaald” is niet voldoende. Je moet bewijzen dat specifieke klanten zijn overgestapt door toedoen van de ex-werknemer.
Houd daarom bij welke klanten je werknemer precies bedient en documenteer eventuele klachten of signalen over concurrentie. Whatsapp-berichten, e-mails of getuigenverklaringen kunnen cruciaal bewijs zijn. Zonder concreet bewijs van schade win je geen rechtszaak, ook niet met het beste beding ter wereld.
Concurrentie- en relatiebedingen zijn krachtige instrumenten, maar alleen als je ze juridisch waterdicht opstelt en correct handhaaft. Investeer in maatwerk en goede documentatie. Anders bescherm je je bedrijf niet, maar geef je werknemers juist een juridisch wapen in handen.
Heb je vragen over dit onderwerp? Neem vrijblijvend contact met ons op.
Auteur: Niels Vanaken