Stel, je hebt via je bedrijf een set zonnepanelen geleverd aan een klant. Je bent een maand verder en je factuur staat nog open. Telefonisch blijkt je debiteur de ene na de andere smoes aan te dragen. Vervelend, want jij moet je mensen betalen. Op dat moment zijn er enkele stappen die je kunt nemen om je ‘tanden te laten zien’.
Sommatiebrief
De eerste stap die je het beste neemt nadat je zelf alles hebt geprobeerd, is je vordering uit handen geven aan een (incasso)advocaat. Deze kan immers alle juridische tools inzetten om je debiteur alsnog tot betaling te bewegen.
Neemt je advocaat de zaak in behandeling, dan zal deze allereerst een correct opgestelde sommatiebrief naar je debiteur richten. Vaak volstaat een dergelijke brief al om je debiteur op andere gedachten te brengen. Naast het openstaand factuurbedrag zal via deze brief aanspraak worden gemaakt op de verschuldigde wettelijke (handels)rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Van belang is dat je in je algemene voorwaarden een bepaling opneemt, waarin je aangeeft dat ingeval van betalingsverzuim buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, die je dan kunt begroten op bijvoorbeeld 15% van de hoofdsom. Heb je hierover niets opgenomen in je algemene voorwaarden, dan gelden standaard de Wettelijke staffels (WIK).
Gerechtelijk traject
Betaalt je debiteur ook niet na ontvangst van de sommatiebrief, dan volgt al snel het gerechtelijk traject. Waak er wel voor dat het ‘kalf niet groter wordt dan de koe’, in die zin dat je meer kosten kwijt bent aan het voeren van het gerechtelijk traject dan wat het je daadwerkelijk oplevert. Hierbij is ook van belang dat je nagaat of je debiteur wel beschikt over voldoende verhaalsmogelijkheden. Het is immers zuur om vast te stellen dat je debiteur over onvoldoende financiële middelen beschikt op het moment waarop je het toewijzend vonnis van de rechter ontvangt en je wilt gaan incasseren.
Besluit je het gerechtelijk traject aan te gaan, dan zal je advocaat een incassodagvaarding opstellen en deze via de gerechtsdeurwaarder aan je debiteur laten betekenen. Vervolgens zal het gerechtelijk traject worden gestart via de bevoegde rechtbank. Is sprake van een niet betwiste vordering, dan zal je debiteur naar verwachting geen verweer voeren en volgt meestal vrij snel een zogeheten ‘verstekvonnis’. Op basis van dit vonnis kan de gerechtsdeurwaarder het zogeheten executietraject starten.
Beslaglegging
Om er zeker van te zijn dat je debiteur je vordering uiteindelijk ook zal betalen, kun je via je advocaat beslag laten leggen op diens bezittingen. Deze zal op zijn beurt daartoe weer de gerechtsdeurwaarder inschakelen. Zo kan bijvoorbeeld beslag worden gelegd op bankrekeningen, auto’s, bedrijfspanden of woningen, mits deze dus aan je debiteur toebehoren. Hiernaast zou je kunnen overwegen om een zogeheten ‘derdenbeslag’ te leggen, waarbij je beslag legt onder een klant van je debiteur. Je debiteur heeft dan immers zelf iets tegoed van deze klant. Dit kan zeker de druk opvoeren. Het leggen van beslag kan overigens ook pas nadat je het vonnis van de rechtbank hebt ontvangen.
Faillissementsaanvraag
Een andere pressiemethode is het aanvragen van het faillissement van je debiteur. Dit kan een zeer effectief en doeltreffend middel zijn. Het voordeel van de faillissementsaanvraag ten aanzien van een ‘normaal’ incassotraject is dat je debiteur doorgaans niet failliet zal willen gaan. Ook het behoud van de goede naam en reputatie kan hierbij een rol spelen.
Over de auteur: Niels Vanaken is advocaat bij Open Legal Advocaten. Hij staat met name ondernemers bij op diverse juridische terreinen.